Ik zit in de wachtkamer bij de oogarts. Een tijdje terug had ik de griep, toen ik plotseling veel minder zag met mijn linkeroog. Niets ernstigs, gaat vanzelf over, ik ben er voor controle. Gelukkig zie ik al veel beter. Er liggen wat oude tijdschriften en er zitten wat mensen te wachten op hun beurt. Niet echt iets om te lezen en niemand om mee te kletsen om de tijd te doden. Mijn blik dwaalt door de ruimte. In de wachtkamer hangt een poster met een plaatje van een raster. Voor de grap bedek ik mijn linkeroog. Ik zie een keurig, strak geordend raster. Dan bedek ik mijn rechteroog en ik zie rommelige lijnen. Hoewel ik dit wel had verwacht (ik zit niet voor niets bij de oogarts), realiseer ik me opeens heel intens hoe verschillend je dezelfde feiten kan waarnemen. Ene oog strak en rechte lijnen, andere oog rommelig en kromme lijnen.
Je ziet iets, je kijkt ernaar, maar het proces van waarnemen gebeurt in je hoofd, tussen je oren.
Hoe vaak gaat er niet iets mis in de communicatie doordat jij het anders ziet, beleeft, ervaart dan de ander? Hoe objectief neem je eigenlijk waar? Terwijl je denkt hetzelfde waar te nemen als de ander, maar is dat wel zo?
“Mensen zijn toch het allerbelangrijkste, dat vindt toch iedereen?” zei een manager toen we samen oplopend een bijeenkomst verlieten. Nou dat vindt niet iedereen, sterker nog, ik denk dat geld veel belangrijker gevonden wordt. Lees de krant, luister naar de gesprekken in organisaties. Het gaat over efficiëntie, kosten, prijzen, begrotingen, groeicijfers. De schrikkeldag dit jaar (29 februari) werd zelfs vertaald in geld (€ 13 per gezin*…). Mensen belangrijker dan geld? ’t Is maar hoe je het bekijkt.
Je kijkt vanuit je eigen perspectief de wereld in en geeft zelf betekenis aan datgene dat je waarneemt. Welk effect heeft dit nu op de communicatie?
- Je neemt aan dat wat jij belangrijk vindt, ook belangrijk wordt gevonden door de ander. Zogenoemde universele waarheden of waarden? Ze bestaan niet. Misschien worden ze wel door veel mensen gedeeld, maar nooit door iedereen.
- Je begrijpt het meteen! Je denkt te weten wat de ander bedoelt, zonder verder door te vragen. Je herkent die situatie in je eigen situatie, dus bingo!? Nee dus, geen bingo. Jouw situatie zal nooit helemaal hetzelfde zijn als de situatie van een ander. Er kan veel herkenning zijn en overeenkomsten, maar er zijn altijd verschillen. En die kunnen het essentiële verschil maken waar jij nu net aan voorbij bent gegaan…
- Je kent de persoon, dus aan een half woord heb jij genoeg. En je had haast, drukke agenda, huppakee in de actie. Je begrijpt het probleem en hebt de oplossing meteen klaar. Het is maar de vraag of het de juiste oplossing is, want wat weet je nu eigenlijk echt over het probleem van de ander?
- Je hoort (letterlijk) bepaalde feiten niet. Gewoon omdat je het niet verwacht, het past niet in je denkraam, je kan je er niets bij voorstellen, het ontgaat je, je registreert het niet.
- Je maakt er een multiple choice gesprek van om het beter te begrijpen: is het a, b of c? Maar de ander kan niet kiezen, omdat deze goedbedoelde versimpeling voorbijgaat aan de complexiteit van het vraagstuk. Om jou een plezier te doen maakt de ander onder druk toch een keuze en jij denkt (misschien zelfgenoegzaam) dat je de ander hebt geholpen. Niet dus….
Hoe kan je jouw communicatie te verbeteren?
- Realiseer je dat de ander anders in elkaar zit dan jij, hij/zij heeft een andere waarneming en geeft hoogst waarschijnlijk een andere betekenis aan feiten en observaties.
- Taal is niet eenduidig, realiseer je dat dezelfde woorden voor een ander iets anders kunnen betekenen. Gebruik van woorden wordt ook bepaald door je vak, het gebied waar je woont of bent opgegroeid, de mensen om je heen. En welke betekenissen gegeven worden aan woorden kan ook nog beïnvloed worden door de gemoedstoestand van dat moment.
- Stel open vragen, vragen waarop geen ja of nee antwoord mogelijk is. Open vragen geven veel meer informatie, je komt meer te weten en gaat het beter begrijpen. Open vragen beginnen bijvoorbeeld met …wat .., wie.., waar.., wanneer.., hoe..
- Stem af op de ander in houding, gebaren, mimiek en woordgebruik. Neem dezelfde houding aan (ongeveer), pas je gebaren aan aan de ander, houd oogcontact, gebruik zoveel mogelijk dezelfde taal. Door goed af te stemmen op de ander, krijg je optimaal waardevolle non-verbale informatie mee.
- Pas deze handige ezelsbruggetjes toe: Wees een OEN, laat OMA thuis, gebruik LSD, smeer NIVEA, zoek de PAP. OEN=open eerlijk nieuwsgierig, OMA= opvattingen, meningen, adviezen thuis laten; LSD=luisteren samenvatten doorvragen; NIVEA=niet invullen voor een ander; PAP= probleem achter probleem zoeken.
*) bron NOS
Wil je mijn nieuwe blog automatisch ontvangen in je mailbox? Meld je dan aan en je ontvangt ook het gratis eboek. Deel gerust mijn blog op social media!